Vele kinderen moeten zich geregeld de vraag stellen: “Moet ik dit echt allemaal kennen?”Leerlingen moeten leren wat er belangrijk is in een tekst. We spreken van sleutelwoorden. Leerlingen moeten de sleutelwoorden leren terugvinden in een tekst: “Wie?; Wat?; Waar?; Wanneer?; Hoeveel?”…Als ze de sleutelwoorden vinden, dan hebben ze meteen het belangrijkste gevonden en zullen ze het antwoord makkelijker vinden.We leren onze kinderen ook werken met een fluostift. De belangrijkste woorden of delen van een tekst kunnen hiermee aangeduid worden.We beseffen dat dit niet zo eenvoudig is. Onze kinderen zullen dit vaak moeten oefenen in de klas en ook thuis bij het studeren van een tekst. Eenmaal ze dit onder de knie hebben, zal het zelfstandig leren, een stuk gemakkelijker verlopen. Doelgericht zijn komt neer op:-Het zelf zoeken van het doel van de les.-Het kunnen werken naar een doel toe = leren plannen.-Het trachten bereiken van een doel = leren volhouden.Dit moet aangeleerd worden -> dit gebeurt met vallen en opstaan.Wat is hier belangrijk?-Vooropgestelde doelen zijn zeer goede hulpmiddelen tot bijsturing.(denk maar aan onze slogan: “Ik stuur mezelf”)-Er zal slechts motivatie zijn om een doel na te streven als men zich voldoende betrokken voelt.-De inspanning die een kind levert om zijn doel te bereiken, vinden we belangrijker dan het uiteindelijke resultaat. + basisuilen